Sint-Sjnoelsabdij van Egmont
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Sint-Sjnoelsabdij van Egmont

De Cisterciënzer Abdij van de Heilige Sjnoel te Egmont
 
IndexLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen

 

 [AMIII]Deel II: De Mist

Ga naar beneden 
AuteurBericht
Nikolaj

Nikolaj


Aantal berichten : 50
Registratiedatum : 21-03-09
Woonplaats : ZEELAND!!

[AMIII]Deel II: De Mist Empty
BerichtOnderwerp: [AMIII]Deel II: De Mist   [AMIII]Deel II: De Mist Icon_minitimedi apr 07, 2009 12:19 pm

    Citaat :
    De Mist

    Ik liep dus over een gestreepte brug van zes kleuren met als bestemming de maan, onder een lege hemel met een inktzwarte duisternis zonder een enkele ster. De reis leek een eeuwigheid te duren. Maar, toen ik begon te wanhopen over de afstand die ik nog moest overbruggen, verloor ik mijn balans. Inderdaad, de klerenregens die de brug vormden die ik was overgestoken vermengden zich tot een enkel wit licht. De brug, zoals water, viel op de oppervlakte van de maan in een melkachtige cascade. Ik viel zielig op de grond en stond weer op, zeer getergd, en klopte het stof van mijn kleren.

    Ik zag een fleste mist overal om me heen hangen. Het weer was heet en klam binnen de dichte en onadembare lucht. Ik probeerde vooruit te komen, maar mijn bewegen waren langzaam en onhandig, aangezien de mist vastgeklampt leek te zitten aan mijn lichaam. Mijn voeten zakten diep weg in de zachte en kleverige grond. Ik wenste dat de wind zou waaien om deze romige mist te verspreiden die me omhulde. Maar deze plaats gaf me de indruk sinds het begin der tijd nog geen briesje te hebben meegemaakt. Ik geloofde dat ik was opgesloten in een tombe.

    Op dit punt, een gleed een lange tong langs mijn borst. Ik was verlamd door deze verschrikking, en verstijfde totaal. Ik keek om me heen, en eindelijk was ik in staat om vormen te onderscheiden. Zij waren ontelbaar en deden nog maar weinig denken aan menselijke wezens. Een van hen, van een gigantische grootte, kwam dichtbij mij, en ik kan niet in detail beschrijven hoe lelijk het was. Geheel naakt, deze demon had een naakte huid, zweette, en tussen zijn gebogen benen zag ik de tekenen van zijn mannelijkheid die werden tentoongespreid zonder enig fatsoen. Ik zag ook dat zijn borst vrouwelijke attributen droeg. Ik hoopte een menselijk gezicht te ontdekken, maar in zijn plaats was een mond gelijk aan die van een slang, met een lange tong die zich uitstrekte tot mijn linkerkant.

    Het monster sprak tot mij: ‘Ik ben Azazel, Prins van Wellust. Rafael, Aartsengel van Overtuiging, is mijn tegenhanger. Zij die er plezier in scheppen om de zaken van het vlees te misbruiken en in de meest totale leegheid kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.’ Ik wist niet wat te zeggen tegen zo’n vreselijk schepsel, maar het verwachtte geen respons en verliet mij. Op dit punt zag ik lange gang in de dichte mist. Ik begon direct in die richting te bewegen hopend te ontsnappen van de lustvolle dieren. De grond was steeds minder zompig en werd steeds zandiger. De fletse witte kleur verdween beetje bij beetje, en maakte plaats voor de een donkere turkooizen gloed.

    Na het einde van onbepaalde tijd, bereikte ik een gigantische grot. Titanische pilaren ondersteunden het gewelf wat ik moeiteloos onderscheidde, door zijn enorme grote. Een meer van Homerische dimensies vulde iedere denkbare ruimte. Zijn vloeistof, waarin geen rimpeling was te bekennen, straalde een diepe turkooizen gloed uit, die alle omliggende rotsen kleurde. Geen leven leek op deze plaatsen aanwezig te zijn. Ik was niet langer verbaasd, toen tussen de rotsen die zich hadden opgestapeld rond de oever, obscure vormen begonnen op te staan. Hun bewegingen waren traag, onhandig en niet erg doelgericht.

    Ze leken een bovenmenselijke moeite te moeten doen om enige beweging te kunnen uitvoeren. Ik hoorde ze allen klagen over hun decadente en amorfe staat. Ik zag nu op dit moment een turkooizen liquide vorm herijzen vanuit de oppervlakte van het meer. Een enorm wezen met schubben en de lange staart van een hagedis kwam te voorschijn uit de vloeistof. Naast de titanische kaak, fixeerden twee kleine emeralden ogen zich op mij. Het sprak tot me: ‘Ik ben Belial, Prins der Trots. Miguel, Aartsengel van de Vrijgevigheid is mijn tegenhanger. Zij die geloven dat ze buiten de gemeenschap kunnen leven, of die de status van het heilige kunnen bereiken, kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.’
Terug naar boven Ga naar beneden
 
[AMIII]Deel II: De Mist
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» [AMIII]Deel VI: De Zon
» [AMIII] Deel I: de Maan
» [AMIII]Deel III: De Velden
» [AMIII]Deel IV: De Galerijen
» [AMIII]Deel V: De Piek

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Sint-Sjnoelsabdij van Egmont :: Abdij van Egmont :: Zaal-de Gilraen :: Boek der Deugden-
Ga naar: