Leopold had een wandeling gemaakt door de velden rondom de abdij. Een inspectietocht die deel uit maakte van zijn plan om letterlijk leven in de brouwerij te brengen door een Egmonts bier te brouwen. De abdij was wat stilgevallen, maar werd gelukkig nog overeind gehouden door enkele monniken die niet van opgeven wisten, onder leiding van abt Bolsius.
De bisschop van Utrecht was onlangs toegetreden tot de cisterciënzer abdij en levenslustig als hij was kon hij niet stil blijven zitten. Bij het naderen van de toegangspoort van de abdij zag hij een persoon staan die hij herkende.
Moeder Animasta! Ik ben blij u te zien! Hoe gaat het met u?