Portier Godfried kwam aangelopen toen hij opnieuw geklop hoorde. Hij was een beetje nors, hij was net aan het eten en hij heeft er een hekel aan als hij dan gestoord wordt... Hij deed het luikje open en vroeg bars:
Wie daar?
Het antwoord was een heldere vrouwenstem, en als een toverslag verdween de norsheid.
Goededag heer.
Ik vraag toestemming om deze geweide grond te betreden.
En die zult u krijgen, jongedame. Mag ik u even uw naam vragen, terwijl ik de deur opendoe?