Sint-Sjnoelsabdij van Egmont
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Sint-Sjnoelsabdij van Egmont

De Cisterciënzer Abdij van de Heilige Sjnoel te Egmont
 
IndexLaatste afbeeldingenZoekenRegistrerenInloggen

 

 [AMIII]Deel III: De Velden

Ga naar beneden 
AuteurBericht
Nikolaj

Nikolaj


Aantal berichten : 50
Registratiedatum : 21-03-09
Woonplaats : ZEELAND!!

[AMIII]Deel III: De Velden Empty
BerichtOnderwerp: [AMIII]Deel III: De Velden   [AMIII]Deel III: De Velden Icon_minitimedi apr 07, 2009 12:21 pm

    Citaat :
    De Velden

    Belial draaide zich om en dook weer onder in de turkooizen wateren, die weer teruggekeerden naar een zorgwekkend gladde oppervlakte. Ik zag toen een kleine boot op de over. Hoe kon het dat ik dit niet eerder had gezien? Ik nam de boot, toen ik zag dat geen van de amorfe wezens hiertegen protesteerde. Ik roeide urenlang, de gigantische stenen pilaren volgden elkaar op. Ik kwam steeds sneller vooruit. Maar de die dit me bracht veranderde snel in afgrijzen toen me realiseerde dat dit enkel kwam omdat ik vast zat in een draaikolk. Ik was niet in staat hieruit te ontsnappen en viel toen door de draaikolk.

    Toen ik wakker werd, mijn lichaam was bont en blauw, keek ik me heen in een donkere hoek. De grond was bedekt met een zachte hete stof, wiens mauve kleur zeer veel leek op de amethisten muren. Ik besloot om dit vreemde pad te volgen. Langs mijn weg, zag ik gigantische hopen goud, zilver en juwelen langs de muren. Een verleidelijke geur van heerlijk vlees vulde de gang. Mannen en vrouwen met prachtige lichamen paradeerden voor mij. Maar ik zag vooral de vele andere waardeloze mensen, die met hun ogen deze formidabele luxes verslonden.

    Ik vroeg mij af waarom zij niet namen wat hen werd aangeboden, maar snel begon ik dit te begrijpen. Een van de verdoemden nam een gouden munt, maar snel, met een kreet van pijn, liet hij deze weer vallen. De vervloekte zielen waren veroordeelt om luxe te aanschouwen zonder ooit in staat te zijn er gebruik van te maken. Op dit punt hoorde ik het geluid van vleugels en ik zag dat zich een enorm creatuur voor mij opstelde met de grote vleugels van een vleermuis en een huid met de kleur van amethist. Het sprak tot me: ‘Ik ben Satan, Prins van Jaloezie. Michael, Aartsengel van Rechtvaardigheid, is mijn tegenhanger. Zij die wensen te profiteren van geschenken die op goede gronden aan anderen zijn gegeven, of zij die afgunstig zijn op de goederen of het geluk van hun buren kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.’

    Dan, zonder nog iets te zeggen, verdween Satan. Ik begon aan mijn weg naar het einde van de gang, die ik eindelijk vond. De uitgang was een smalle opening bedekt met een zwarte steenlaag, waarin schedels waren uitgesneden. Ik aarzelde om binnen te gaan, maar herinnerde mij wat er achter mij lag en wilde daar zeker niet naar terugkeren. Ik ging dus door deze doorgang en stond oog in oog met een vlakte die zich uitstrekte tot in de oneindigheid. Aan de zijkanten, zag ik grote rode bergen die de vlakte omsloten.

    Dit beeld kon bijna doen denken aan een aards landschap, maar de bergen en het gras hadden de kleur van bloed. De zon brandde recht boven de vlakte. Het leek de halve hemel te vullen en vast te zitten aan de maan. Het sneed door de sterrenverlichte nacht die met zijn volle gewicht op me leek te drukken. Ik zag een duizeligmakende blauwe piek in het midden van de vlakte die geheel reikte tot aan de gigantische ster van de dag. Aan zijn basis was een grote houten constructie geplaatst. Ik besloot verder te gaan, om deze stenen vinger die naar boven wees te bereiken. Maar, toen ik halverwege was, begreep ik dat ik het niet kon bereiken.

    Want, rondom de blauwe piek, zich honderden mijlen uitstrekkend, vochten duizenden verdoemden als bezetenen. Ze ontbeerden zelfs het minste mededogen tegenover de ander. Ieder vond dit een goede gelegenheid om het vlees van zijn tegenstander te verscheuren. Wanneer de wapens en de vuisten niet meer genoeg waren, vochten zij met hun tanden. Dan, vanuit de gigantische veldslag, kwam een enorme stier naar me toe. Onder zijn bloeddoorlopen ogen, lekten vlammen uit zijn neusgaten. Het sprak tot me: ‘Ik ben Leviathan, Prins der Woede. Gabriel, Aartsengel van de Matiging, is mijn tegenhanger. Zij die zich hebben verloren in haat tegenover anderen, of zij die uit alle macht vechten tegen hun conditie, kom en voeg je bij de rijen van mijn verdoemden.
Terug naar boven Ga naar beneden
 
[AMIII]Deel III: De Velden
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» [AMIII]Deel VI: De Zon
» [AMIII] Deel I: de Maan
» [AMIII]Deel II: De Mist
» [AMIII]Deel IV: De Galerijen
» [AMIII]Deel V: De Piek

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Sint-Sjnoelsabdij van Egmont :: Abdij van Egmont :: Zaal-de Gilraen :: Boek der Deugden-
Ga naar: