Godfried hoorde het geklop op de deur, en langzaam verhief hij zich vanuit zijn zetel aan de haard. Ik moet dringend een andere betrekking gaan zoeken, mompelde hij, veel te veel werk... Dan riep hij wat luider.
Ja ja, ik kom eraan! Ik ben een arme oude man, en mijn botten willen niet altijd mee. Bovendien heb ik pijn in m'n rug en een eksteroog.
Mopperend en zeurend liep hij naar de deur, en hij deed deze een heel klein beetje open. Voor hem stond een lang niet onknappe dame, waardoor hij zijn slecht humeur een beetje vergat.
Heu... Goedendag. Wie bent u en wat brengt u hierheen?